Marleen, Marije en Isaac go Ethiopia!
Na vijftien lange weken aftellen was het eindelijk zo ver! Wij vertrekken naar Ethiopië om Roddy op te zoeken! Reuze spannend voor mij, maar ik heb goede ondersteuning bij me! Door Johan worden we op Koningsdag afgezet in Arnhem waar we op de ICE trein stappen naar Frankfurt. We hebben niet gereserveerd en in de trein is het principe van de stoelverdeling ons niet helemaal duidelijk, waardoor er bijna een soort stoelendans ontstaat, maar gelukkig zijn de meeste Duitse medereizigers niet zo moeilijk en zoeken ze een ander plekje op als wij op hun stoel blijken te zitten. Eenmaal in Frankfurt blijkt het grondpersoneel op de luchthaven te staken, wat Marije en Isaac stiekem al lang wisten, maar gelukkig gaan de internationale vluchten gewoon door. Na een lekkere Duitse hamburger en een Duits biertje betreden we het vliegtuig van Ethiopian Airlines. We hebben een prima, directe vlucht, al gaat het wel een beetje op z’n Afrikaans. Zo ondervinden we dat je best op kunt staan tijdens het opstijgen van een vliegtuig omdat er een bagagerek openschiet en doet aan de hele rechterzijde van het vliegtuig het in-flight system en licht het niet. Dit is natuurlijk net de plek waar wij zitten, dus er zit niets anders op dan na een warme maaltijd rond middernacht een poging te gaan doen tot slapen.
In de vroege ochtend landen we in Addis Abeba, waar we door een sprintje van Marije als eerste voor de visum aanvraag staan. Dit verloopt allemaal verrassend vlotjes, waardoor we een half uurtje later al buiten staan. Hier ontmoeten we Daniël, een Nederlandse Fransman die in Ethiopië woont en die onze rondreis komende zomer gaat organiseren. Hij neemt ons mee naar een koffietentje, waar we geld wisselen en hij zorgt ervoor dat Ermias voor komt rijden. Ermias is Roddy’s vaste taxi chauf en hij zal ons in zijn iets wat verouderde Toyota naar Arsi Negele brengen. Zijn droom voor de toekomst is een Toyota Landcruiser, maar goed, zo ver zijn we dus nog niet… Het wordt een lange, maar prachtige, bijna vijf uur durende tocht naar het zuiden van Ethiopië. Terwijl we de ezels, geiten, koeien en mensen op de weg proberen te ontwijken kunnen we genieten van mooie uitzichten met bergen en meren en leren we van Ermias onze eerste woorden in het Amhaars. Na een tijdje moet ik nodig een plasje plegen, dus Ermias gaat bij een supermarkt vragen of ik daar van het toilet gebruik mag maken, maar er blijkt geen water te zijn. Hij geeft aan een stukje door te rijden en dan te stoppen. Na een minuut of vijf rijden stopt hij langs een drukke ‘snelweg’. Ik kijk mijn medepassagiers aan, maar wat ik vrees blijkt waar te zijn, het is toch echt de bedoeling dat ik hier langs de weg ga zitten. Ik ontdek geen enkele boom of beschutte andere plaats. Gelukkig offert Marije zich op om mee te gaan. Na een hoop getoeter van de andere automobilisten rijden we, toch enigszins opgelucht, weer verder. In Arsi Negele nemen we afscheid van Ermias en staat er een driver van het ziekenhuis op ons te wachten. Hij zal ons in drie kwartier over de onverharde weg naar Gambo brengen. Onderweg pikken we nog twee dames op die een stukje meerijden. Naar ons idee worden ze er in de middle of nowhere ook weer uitgezet. Het regent ondertussen pijpenstelen, dus Isaac verleent assistentie met het schoon houden van de voorruit en Marije en ik proberen te blijven zitten op het bankje achterin.
En dan zijn we er eindelijk! Onze driver ontpopt zich tot een soort Robert ten Brink en gaat op zoek naar Roddy, terwijl wij van hem toch echt in de auto moeten blijven zitten. Na een zoektocht in het ziekenhuis en de eetzaal blijkt Roddy gewoon in zijn huisje te zijn. Wanneer hij in beeld komt, mogen we dan eindelijk uit de auto! Heerlijk om hem weer in mijn armen te sluiten! Ondertussen valt de regen nog steeds met bakken uit de lucht. Ik had me iets anders voorgesteld bij Afrika en had beter mijn kaplaarzen in plaats van mijn slippertjes in kunnen pakken, maar het is regenseizoen en al dat water zorgt er wel voor dat de omgeving mooi groen gekleurd is.
De dagen die volgen in de missie beleven we diverse interessante avonturen! Regelmatig valt de stroom uit en lijkt het alsof we ’s avonds op de camping zijn, behelpen we ons met kaarsjes en is er een koude douche! Roddy geeft ons een rondleiding in het ziekenhuis. Wat indrukwekkend is dat! Het is heel bijzonder om te zien hoe er daar met weinig en oude hulpmiddelen, in een bedwelmende geur en met veel mensen op één zaal zo goed mogelijk hulp wordt verleend aan de zieke bevolking. Familieleden verzorgen de patiënten verder zelf en wachtrijen zijn niet te voorspellen. Bij het zien van het eerste doodzieke baby’tje staan Marije en ik al met tranen in onze ogen. Isaac ontpopt zich echter tot Roddy’s compagnon en samen werken ze een aantal dagen zij aan zij in het ziekenhuis. Geweldig om te zien! Er kan momenteel niet geopereerd worden, want de anesthesist is een paar dagen weg omdat het Pasen is. Dit zorgt er wel voor dat Roddy wat meer vrije tijd heeft. Terwijl Roddy en Isaac zich bezig houden met de zieke mensen, gaan Marije en ik op verkenning. De eerste dag blijven we op het terrein van de missie, maar naarmate de week vordert verbreden we onze wereld. Wij zijn zelf een grote attractie, dus dit valt niet altijd mee. Met hoofddoek op proberen we ongezien weg te komen, maar het hele dorp blijkt toch te weten waar we uithangen als Roddy ons zoekt. Misschien hadden we toch ook iets aan die blanke blote benen moeten doen? Het hoogtepunt was onze zoektocht naar de apen in het bos en vervolgens ons zelfstandige tochtje naar Lephis, een dorpje verderop, want volgens Roddy hebben ze daar de lekkerste koffie uit de omgeving. Daarnaast hebben we vernomen dat we hier koffiebonen kunnen kopen voor Isaac. Als we aankomen blijkt er die dag geen koffie te zijn, omdat er geen melk is, en hebben zij geen koffiebonen te koop, maar drinken we wel een kopje mierzoete thee met de zoon van de baas. Koffie is een belangrijk ding hier in Ethiopië. Ik lust geen koffie, maar hier wel. Het halve kopje zit vol met suiker, waarna er de koffie met melk overheen wordt geschonken. In het ziekenhuis wordt tweemaal speciaal voor ons een koffieceremonie georganiseerd. De bonen worden voor onze neus gebrand. Verser kan niet! Ook door Jack, de taekwondo leraar, worden we uitgenodigd voor een koffieceremonie bij hem thuis. Marije kan helaas niet mee, omdat zij die dag niet lekker is, maar Isaac, Roddy en ik gaan in de stromende regen naar het huis van de ouders van Jack. We hebben net geluncht. Dit hadden we beter niet kunnen doen. De moeder van Jack heeft een hele maaltijd voor ons bereid. Mijn broek is helemaal vies van de modder, maar eenmaal binnen worden we verzocht toch echt plaats te nemen op het bed van Jack en beginnen we met popcorn. Daarna volgt de injera (een Ethiopische maaltijd) en het bier. Uiteindelijk komt dan toch echt de koffie. Zo rond als een tonnetje, en ik enigszins misselijk, verlaten we een paar uur later het huisje. De mensen zijn hier zo hartelijk en lief. De meeste bewoners in Gambo zijn behoorlijk arm. Ik ben geschrokken van de kleding waarin de kinderen lopen, van het zware werk wat de meisjes en dames moeten uitvoeren en van de staat van de huizen van de meeste bewoners. Het wordt me weer duidelijk dat we in Nederland echt in onze handjes mogen klappen met wat wij allemaal hebben. We leven in Ethiopië trouwens pas in het jaartal 2008, dus ik ben de hele week tweeëntwintig geweest. Een prettige bijkomstigheid! Omdat het Pasen is zijn er deze dagen regelmatig kerkdiensten in de missie. We besluiten de dienst van zaterdagavond bij te wonen. Eerst is er buiten een Paasvuur. Vervolgens volgt er een lange kerkdienst waar ik slechts enkele woorden van versta. Toch verveel ik me niet. De plaatselijke pastoor lijkt vol passie te spreken, kinderen lopen de kerk in en uit, Roddy wordt vernoemd en het koor is wat meer gospel dan hier in Nederland. Na tweeëneenhalf uur en de nodige beste Paaswensen lijkt het ons toch een goed idee om de kerk voortijdig te gaan verlaten. De rest gaat nog even door. Het is mooi om te zien hoe Roddy zich door Gambo beweegt, volledig ingeburgerd is en amicaal wordt begroet door de bevolking, de kinderen en het ziekenhuispersoneel. De lokale mensen houden van innige begroetingen, wat me uiteindelijk tweeëntwintig vlooienbeten heeft opgeleverd. Maar dit is niet erg. Al jeukt het wel verschrikkelijk! Op de missie staat een school, waarop vijftienhonderd kinderen zitten. Gelukkig gaan hier ook steeds meer meisjes naar school. We besluiten een kijkje te gaan nemen. De school is gesloten, maar hij wordt voor ons geopend. Net als het winkeltje van de nonnen, waar producten worden verkocht die zijn gemaakt door de lokale dames. Ik voel me een paar dagen een soort beroemdheid in een omgeving waar ik dit eigenlijk helemaal niet wil zijn. Het voelt niet gepast in deze omstandigheden. Op dinsdagochtend om kwart over zes volgen we een taekwondo les bij Jack. We hebben het geprobeerd, maar het kon echt niet later op de dag. In een kleine, donkere ruimte zonder ramen leren Marije en ik samen met zijn klasje de eerste basisprincipes. Dit hebben we de dagen die volgen ook nog geweten!
Na vijf dagen heeft Roddy ook een minivakantie, verlaten we de missie (gelukkig komen we in augustus terug!) en gaan we naar het mooie Lewi resort in Awasa. Ik moet even wennen aan de luxe waarin we terecht komen. Hier hebben we nog een paar fijne dagen, waarop we onder andere naar een heuse Ethiopische markt gaan, de stad verkennen, boottochten maken en een nationaal park bezoeken. We hangen de toerist uit en chillen aan het zwembad. Het weer is hier zonniger en het is warmer. Onze darmen slaan ondertussen enigszins op hol, waardoor het toilet ook een regelmatig bezocht plekje wordt. Dat Isaac zijn verbrande hoofd insmeert met tandpasta in plaats van een crèmepje mag ik hier misschien niet noemen.
En dan nadert het einde van een geweldig mooie vakantie. Het is niet leuk om weer weg te gaan van Roddy, maar ik ben blij om gezien te hebben waar hij woont en werkt en welke mensen hij om zich heen heeft. Ook ben ik enorm trots op wat hij allemaal doet, hoe hij zich staande weet te houden met alle heftige dingen die hij ziet en hoe hij daar leeft. Ik zou het hem niet na kunnen doen!
Ermias brengt mij en mijn twee trouwe reisgezellen door middel van een lange autotocht terug naar Addis Abeba. Dank Marije en Isaac dat jullie mee zijn gegaan op deze bijzondere tocht! Door de regen is het wegdek op de terugweg erg slecht, waardoor er besloten wordt te gaan spook rijden. Het is dan vervolgens niet zo dat we een beetje aan de kant blijven op deze weghelft waar we eigenlijk niet horen te rijden, nee we gaan gewoon door met het inhalen van de andere auto’s! Daarnaast is het zicht slecht, want de ruitenwissers van de auto worden sporadisch gebruikt, omdat zij er de vorige keer tijdens de regen afgevlogen zijn en pikken we ondertussen ook de vrouw van Ermias nog even op. Het kan allemaal hier. Op het vliegveld in Addis is het één grote bende. Ik dacht niet dat ik het met mijn ‘vliegangst’ ooit zou zeggen, maar ik ben blij als ik uiteindelijk rustig in het vliegtuig zit.
In augustus volgt part 2 van ons avontuur. Ik heb er nu al zin in!
Lieve groetjes Marleen
Reacties
Reacties
wat een mooi verhaal lieverd.Ik heb er net zoveel van genoten als de verhalen van Roddy!
Enne dan maar extra tandpasta voor Isaac inslaan als jullie weer gaan.
Nou Marleen wat ik eerder tegen Roddy heb gezegd geldt ook voor jou. Ga een boek schrijven ( of samen) !! Ik kijk al uit naar je volgende avontuur. Van dit heb ik in ieder geval genoten!!
Liefs Diny
onze , hard werkende en studerende, gezellige buurtjes ontpoppen zich als schrijvers duo. Petje af, ademloos gelezen.
Marleen, dank je wel voor een prachtig verhaal! Heel leuk om weer wat meer inzicht over t Ethiopies aventuur te leren. Fijn dat jullie het zo mooi hebben gehad en nu maar uitkijken naar augustus!
Wat een ontzettend leuk verhaal Marleen! En wat fijn dat jullie zulke leuke dagen gehad hebben :-)
Prachtig verhaal Marleen en wat fijn dat jullie elkaar weer een keer hebben gezien.
Leuk Marleen! Super verhaal!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}