Come on, Bertje Bertje come on! Deel 2!
Come on, Bertje Bertje come on. Part deux.
Wees gewaarschuwd, dit wordt waarschijnlijk een lang verhaal. Voor de mensen met weinig tijd hier vast de hoogte- en dieptepunten.
Dieptepunten:
-Bertje is overleden
-Ik ben ziek geweest (griep)
-En heb vervolgens de OK-vloer gekleurd met mijn maaginhoud
Hoogtepunten:
-Welkom Bert
-Welkom pingpongtafel
-Zelfstandig circumcisies gedaan
Jah. Bertje. Dat ging dus niet helemaal zoals gepland. Kom je terug na een drukke zondag, ligt Bertje daar op het gras dood te wezen! Is me dat even %*@$#! Blijkbaar hadden we een zieke geit gekocht, want ze at vanaf het begin niet goed. Uiteindelijk hebben we Bertje met hulp van buren tussen de bananenbomen begraven. Vervolgens hebben we onze goatscouts ingeschakeld om een gezonde geit te zoeken. Het resultaat: een witharige machoman genaamd Bert, hybride, hoorns net zo groot zo niet groter als de rest van zijn hoofd, hetzelfde geldt voor zijn sik, karakter van een relnicht en het belangrijkste: de grootste geit die ik in Tanzania heb gezien! Foto's volgen.
Inmiddels zijn de eerste dagen maternity ward ook alweer voorbij en naderen zelfs de laatste dagen alweer! Het is een leuke afdeling, maar het was wel weer even wennen. Inkomen in de lokale problemen, alle namen van de verpleegkundigen weer proberen te onthouden. De eerste dag begon al goed. Na de ronde maakten we nog even een echo van een patiënt met een tweeling, tot er een vrouw naar ons toe kwam die iets in het kihaya zei. Vervolgens lopen we naar de deliveryroom, ligt daar een vrouw al bijna klaar met baren, hoofdje is al geboren, nergens een zuster te bekennen! En wat zegt de arts: o, ik ga wel even een zuster halen. Zuster halen? Doe het gewoon even zelf! Gast! Maar nee, mijnheer loopt liever even naar het eind van de gang voor een zuster. Het is dat ik niet wist waar alle spullen lagen (navelklem, steriele handschoenen ed) anders had ik het zelf gedaan. Inmiddels heb ik hier mijn eerste bevalling gedaan. Ging natuurlijk ook niet helemaal goed. Na de geboorte van het kind wilde de placenta niet direct komen. De verpleegkundige die erbij stond vond dat ik harder moest trekken. Dat weigerde ik, omdat je daar problemen van kan krijgen. Dan zou ze het zelf wel doen. Je raadt het al, de navelstreng laat los van de placenta. En nou? Handmatig verwijderen van de placenta. Wat gelukkig wel lukte, want de volgende stap is een operatie. Wat een gedoe door gebrek aan geduld. En dat hier in Afrika!
Op een dag was de ronde al snel afgelopen en de sterilisatieapparatuur was stuk, dus er waren geen operaties. Daarom ging ik 's ochtends naar de postkantoor van Rubya om het verjaardagscadeautje voor Marleen te posten, dat zoals gewoonlijk dicht was. Aangezien ik toch vrij was probeerde ik het nog 2 keer met een uur interval. Dicht. Dus ik vraag iemand na de gewoonlijke groeten Unajua offisi za posta ni kufungua saa ngapi? (Hoe laat is het postkantoor open?) Het zal vast niet helemaal kloppen, maar hij weet in ieder geval wat ik bedoel. Eh, hayupo (Hij/zij is er niet). Nee dat had ik ook al gezien. Dus ik zeg maar: Labda kesho? Hahaha, labda kesho. Grappig. Zo gaat dat hier. Om de een of andere reden heb ik de drang om iets te doen dus ik neem de pikipiki naar Muleba om daar naar het postkantoor te gaan. Zodoende heb ik de belangrijkste regel in Afrika geleerd: Je kunt nooit iets haasten. Nooit. In Muleba was het posten van het pakje namelijk ook niet mogelijk. Dat kan natuurlijk alleen in Bukoba, omdat daar iemand het pakje moet inspecteren. We moesten die zaterdag toch naar Bukoba, dus dat kwam goed uit. Maar ook daar is een pakje niet zomaar gepost: eerst ga je naar het postkantoor, daar krijg je een formulier dat je in tweevoud moet invullen. Vervolgens moet je naar de custom service waar ze het pakje inspecteren. De custom service is gelokaliseerd bij het busstation, aan de andere kant van Bukoba, en blijkt bij aankomst op zaterdag altijd dicht. Ik vroeg me één ogenblik af: maar hoe post een normale hardwerkende Tanzaniaan dan een pakje? Tot ik al snel mijn fout besefte. Gelukkig geldt hier nog een andere regel, namelijk dat alles te regelen is met de juiste houding, de belofte van shilling en een beetje geduld. We hebben een beetje rondgevraagd in de buurt en uiteindelijk was er een bewaker die iemand kende die daar werkte. Eenmaal binnen werd mijn pakje ‘gecontroleerd', wat inhoud: de beste man stelt een paar vragen (dezelfde vragen als op het formulier van het postkantoor) en zet een stuk of 5 stempels op het pakje. Wat een moeite om niets. Maar goed. Vervolgens weer terug naar het postkantoor en het pakje is eindelijk onderweg.
Inmiddels hebben we weer een aantal lokale gebeurtenissen meegemaakt. We hebben de graduation ceremony van de student nurses bijgewoond. Een speciale mis voor een bisschop die 25 jaar in dienst van de kerk was. Kerkdiensten zijn hier deels hetzelfde en deels totaal anders dan in Nederland. Het begint hetzelfde: de kerk is half leeg en de priester zingt wat gebeden. Gedurende de mis vordert begint de kerk steeds meer op een daladala te lijken. Op een gegeven moment zit Paul dubbelgeklapt en ik nog maar op één bil. De collectezak komt niet langs, maar iedereen loopt langs de collectezak. Het liefst gaan mensen in het midden van de bank eerst, dus het is totale chaos. Niet handig, wel leuk. Het koor kan écht, maar dan ook écht goed zingen. En de bisschoppen zijn stuk voor stuk een kruising tussen sinterklaas en een eindbaas. Na de dienst waren er optredens met muziek en toneel, uiteraard in afrikastijl met dans en rietenrokjes. Afgelopen woensdag zijn we op outreach geweest, naar kleine vestigingen van het ziekenhuis om medicijnen uit te delen en patiënten te behandelen. Leuk en leerzaam.
Ik ben alweer lang genoeg aan het typen geweest. De volgende keer meer verhalen van ridder Roddy op zijn witte paard met sik.
Groetjes!!
Come on Bertje Bertje come on
Beste vrienden, familie, en alles wat daar tussenin zit. Bij dezen maak ik graag van de gelegenheid gebruik om onze nieuwe huisgenoot bij jullie te introduceren. Het is voor het vrouwelijke geslacht een bijzondere naam, maar daarom is Bertje nog niet minder aangenaam gezelschap. Afgelopen zondag kwamen we haar tegen op de markt in Nyakelembe, het naburige dorp, en Paul en ik waren op slag verliefd. Toegegeven, soms is ze een tikkeltje eigenwijs, maar volslank met haar korte haren en twee kromme ornamenten op haar hoofd is ze een prachtige verschijning. Sommigen van jullie weten het al, anderen hebben het misschien geraden, Bertje is onze nieuwe geit. En kenners van de jeugd van tegenwoordig hadden al door dat haar naam is afgeleid van teksten uit een van hun liedjes, omdat ze zo eigenwijs is (come on Bertje Bertje come on, ga niet zo doen). Dus de komende tijd houdt ze Paul en mij gezelschap en afgelopen week hebben Paul en ik haar gemolken (ja, gemolken) op aanraden van een aantal locals (die natuurlijk direct doorhadden dat ze melkgevend was, wij hadden daar wat langer voor nodig). Het is echt monnikenwerk, na iets van vijftien minuten had ik een half kopje, maar wel leuk! En ik zou mezelf niet zijn als ik daar niet direct wentelteefjes van had gebakken. Smaakte prima!
Ondertussen zijn we ook alweer bij twee mensen hier op bezoek geweest. Afgelopen vrijdag bij Badru, een man die we zijn tegengekomen tijdens een wandeling vlakbij zijn huis in een bananenbos onderaan de berg waar ons huisje op staat. Na ons eerst een minuut of vijf met stuntelig gebrabbel in kiswahili te laten aanmodderen, bleek hij vrijwel vloeiend engels te praten. Een week later stond hij bij ons voor de deur en hebben we samen thee gedronken, waarna hij ons bij hem thuis uitnodigde. Het is bizar om te zien hoe die mensen hier wonen. Ze slapen met een man of tien in een hutje van zo'n 20 m2 gebouwd van de stenen gemaakt van gedroogde lokale klei, met hooi op de grond en een golfplaten dak waar je direct tegen aankijkt. Dat laatste is trouwens een luxe, armere mensen hebben daken van riet... Zondag zijn we op bezoek geweest bij de familie van Victor, een Tanzaniaanse student die ik op de boot tussen Mwanza en Bukoba ben tegengekomen. Dit was in Kishuro, zo'n 45 minuten dwars door de bananenbossen met de pikipiki. Ongeveer hetzelfde verhaal als bij Badru, alleen had de oom van Victor twee vrouwen (de ouwe snoeper), waardoor we twee huizen te bezoeken hadden. En hebben we hier voor het eerst koffiebonen op, het is een lokale traditie om die te eten. Geen delicatesse, maar ook niet vies. Beetje vergelijkbaar met sigaren roken. Beide keren vertrokken we met een enorme zak aardnoten, een soort pinda's die we tegenwoordig behoorlijk goed zelfstandig kunnen bereiden, en een aantal stukken fruit. Blijkbaar doen we iets goed met die bezoekjes.
Over de laatste dagen kinder heb ik niet heel veel boeiends te vertellen en de eerste dagen maternity bewaar ik wel voor later, het verhaal is zo ook wel lang genoeg dacht ik zo. Wat nog wel een leuke vermelding is: gisteren kwamen Paul en ik de overdrachtsruimte binnen - zoals altijd 1 minuut over acht en bang dat we veel te laat zijn, terwijl hier iedereen altijd te laat is - tot Simon, een clinical officer, toevallig langs kwam. O, heeft niemand jullie verteld dat vandaag saba-saba is, een nationale feestdag, en dat er dus niet gewerkt wordt? Nee, maar bedankt.
Nogmaals, erg bedankt iedereen voor de leuke reacties! Ik vind ze het altijd erg leuk om te lezen.
In reactie op Sanne: de haan smaakte zeer goed! Het is vooral fijn om weer eens een nachtje door te kunnen slapen. Het blonde kuiken doet het heel goed, brengt meer tijd op de tafel door dan ergens anders tegenwoordig dus vliegen doet ie nu als de beste. We hebben de kippen trouwens afgericht zodat ze de visjes uit onze hand eten. Ze komen nog net niet op schoot zitten!
@ Maartjes reactie: we rijden zelf niet op de pikipiki, maar er staan overal mannetjes die je achterop meenemen. De snelste en leukste manier van transport, maar je wordt er wel erg vies van!
Oja @ Corinne: pikipiki is kiswahili voor brommer/motor.
Dat was het weer!
Groetjes en baadaye!
Laatste weekje op de kinderafdeling!
De tijd vliegt, wij zijn al met de 5e week bezig en ik heb weer een nieuw verhaal!
Zaterdag: circumcisiedag. Ben je bezig met een circumcisie, wordt je verstoord door een bromvlieg. Wat irritant. Wacht eens even, een vlieg? Tijdens een operatie? Zijn we bezig met de tweede operatie, staat Simon (clinical officer) ineens voor me. Ja, je bent nodig op de kinderafdeling. Dus hebben Paul en ik maar een deel van de zaterdagdienst overgenomen... Wat moet het ziekenhuis nog zonder ons :s
Vorige week was een slechte week. Heel veel erg zieke kinderen waarvan er een aantal onder mijn handen gestorven zijn. Zoiets treft je wel. Elke dag na de ronde op de afdeling het gevoel dat je gesloopt bent. Gelukkig maar dat we er een geniaal weekend achteraan hadden om te compenseren!
Vrijdag hebben we veel bezoek gehad, omdat het de laatste dag van Sanne in Rubya was. Zaterdag zijn we op de pikipiki naar Ndolage gegaan, een nabijgelegen dorpje waar ook studenten verpleegkunde hun stage lopen. 's Middags zijn we naar een prachtige waterval gelopen. 's Avonds was het afscheidsfeestje van Suus en Yoni. Ingredienten: fris, bongo flavour en een avondklok van 11 uur. Uitkomst: dansen met Tanzanianen, is onbetaalbaar. De volgende dag door Yoni rondgeleid door het ziekenhuis van Ndolage. Er zijn veel overeenkomsten met Rubya: architectuur, vieze vloeren, attitude van personeel. Maar ook wel veel verschillen: gangen zijn donkerder, maar wel met tekeningen op de muren bij de kinderafdeling, veel groter ok-complex, maar weer een kleinere kinderafdeling, en veel minder druk in de wards en op de bedden. Vervolgens zijn we met pikipiki terug gegaan en na een korte maar noodzakelijk douche (je wilt niet weten hoe vies je van pikipiki rijden wordt) op weg naar Pius. Pius is anesthesiemedewerker bij het ziekenhuis sinds circa 20 jaar maar heeft ook kwalificaties op het gebied van maternity, circumcisies en nurse officer, en de man heeft ons uitgenodigd om wat bij hem thuis te komen drinken. Daar zijn wij niet vies van. Hij heeft een voor lokale begrippen zeer ruim, maar vooral pepermuntgroen huis. Met een tv en dvd speler, met als gevolg dat zijn huis aan de lopende band bezocht wordt door buren en vrienden. Het is heel bijzonder zo om bij iemand op bezoek te mogen komen.
Er was vorige week een uroloog op bezoek, laat dat net mijn aanstaande seniorcoschap zijn! Dus heb ik een prostatectomie geassisteerd in de hoop wat bij te leren, maar het bleek niet echt een spraakzame man. Iemand had me verteld dat ie uit Uganda kwam, dus daar opende ik onze conversatie mee. Bleek niet zo te zijn. Waar hij wel vandaan komt ben ik niet te weten gekomen. Toen ik ervan was overtuigd dat elke poging tot conversatie vruchteloos was, heb ik nog maar eens goed rondgekeken. Conclusie: de major theater is een grote janboel. Veel kapotte spullen. De infuusstandaard mist 1 wiel, waardoor het ding om de haverklap om dreigt te vallen. Er is geen handdesinfectans en om steriel je handen te wassen moet je gewoon de kraan open laten staan tot er iemand langs komt. Vervolgens krijg je een klein gaasje om je handen en armen af te drogen, wat al verzadigd is na het afdrogen van je vingers. En de vliegenmepper blijkt het belangrijkste wapen van de ok-assistent. En gebruikt wordt ie ook nog! En wel op het steriele pak van een assistent. Vervolgens gaat de discussie niet over steriliteit, maar over wat voor soort vlieg het is en of die steekt of niet. Maar eerlijk is eerlijk, opereren deed de beste man als geen ander.
Het is soms moeilijk om je in te houden hier. In de zin dat er van alles fout gaat terwijl dat niet nodig is. Zo zie je weleens een labuitslag van een kind dat hoognodig een bloedtransfusie nodig heeft op de grond slingeren. Of een patiënt met convulsies waarvoor ik per direct diazepam vraag. De verpleegkundige loopt weg om het op te trekken en komt terug. Of ze het snel of langzaam in moet spuiten. Langzaam, maar hoeveel milligram heb je opgetrokken? Tot 3x toe geen antwoord. Uiteindelijk blijkt ze het niet te weten. Gewoon een hele ‘vial', waarom? Ondertussen heeft ze de helft al ingespoten. Kak! Ja stop maar, je hebt genoeg gegeven. Of een uitgedroogde patiënt met verdenking malaria. Het infuus was gesneuveld dus vroeg een oplettende student nurse zich af of het correct is dat nu de ringers lactaat oplossing, bedoeld voor de binnenkant van aderen, nu via een buisje in de maag werd gepompt. Ik heb maar uitgelegd dat dit niet de bedoeling was en dat voor het maagdarmstelsel ORS is uitgevonden en het vervolgens voorgeschreven voor 6 uur elk uur een gift. 2,5 uur later informeer ik bij de verpleegkundige naar het kind, blijkt het nog maar 1 gift gehad te hebben. Of ze de volgende gift kon geven. Ik heb maar geknikt en geslikt.
Nog even aandacht voor het volgende - wist je dat:
Mijn allernieuwste telefoonnummer 0255785391099 is!
Er één van de twee kuikens van ons is weggeroofd?
Het andere kuiken het erg goed doet en zelfs al vliegt!
De dames nu vertrokken zijn en het sindsdien behoorlijk stil is in huis?
We voor die tijd nog wel even eigenhandig de haan geslacht hebben?
Ik hier beter bekend ben Roddy Isaac? (‘What's your name?' - ‘Roddy' - ‘What's the name of your father?' - ‘Isaac' - ‘Ah, Roddy Isaac, nice to meet you!')
Dat was het weer.
Groetjes en kwaheri!!
Oeps!
Rubya Hospital Week 2&3
Mambo! Daar ben ik dan weer met mijn avonturen! Maar voordat ik begin wil ik even kwijt dat ik al jullie reacties echt superleuk vind om te lezen! Bedankt daarvoor!
Ik zal beginnen met de melding dat we hier al een behoorlijk goede eerste indruk hebben gemaakt. Zowel thuis en in het ziekenhuis als in het dorp. We worden regelmatig gesignaleerd met voetbalshirts met tanzania of traditionele shirts met Afrika erop. De buurtkinderen zijn inmiddels op de hoogte gesteld van het concept box en dat ze er ‘box ouwe' bij moeten zeggen. En in het ziekenhuis kregen we vandaag te horen dat ‘Paul does a fine job at the male ward' en ‘even Roddy does a very good job at the childrens ward'. Wat wil een mens nog meer?
Maandag ben ik op de kinderafdeling begonnen en heb met de arts de ronde meegelopen. De kinderafdeling is een lange gang met in het midden de zusterpost. De vloer is doorgaans nat en bezaaid met rommel, terwijl er toch altijd wel iemand aan het schoonmaken is. De meeste bedden worden bezet door 2 patiënten doordat er momenteel een malaria epidemie heerst. En moederlief zit dan ook nog eens op het bed. Als je de afdeling op komt is het een lawaai van jewelste door alle huilende kinderen, maar dat went wonderbaarlijk snel. Niet alle kinderen huilen trouwens. De meeste vinden het geweldig om een blanke dokter te zien. Zo greep een kindje plotseling mijn arm beet, en als je je vinger of hand geeft laten ze hem met veel tegenzin pas los. De intensive care unit ziet er hier een tikkeltje anders uit dan die in Nederland. Het is eigenlijk precies hetzelfde als de andere afdelingen, alleen staat hier in het midden een soort tafel waar infusen geprikt kunnen worden. En er staat een zuurstofapparaat. Veel kinderen hebben een soort hanekam, niet omdat dat stoer of schattig is, maar omdat infusen vaak op het hoofd van het kind geprikt worden. Ik was eigenlijk van plan om te leren infuus prikken bij kinderen, maar toen ik die huilende kinderen zag in combinatie met de werkmethode hier ging ik toch twijfelen.
Na 2 dagen meekijken deed ik zelf de ronde, soms deels, soms helemaal. Met name in het begin met veel overleg en hulp van de verpleging en artsen. Afgelopen week was veel personeel weg dus kwam het ze wel goed uit dat ik de ronde kon doen. Soms kom je erg trieste dingen tegen, en vaak moet je uit noodzaak improviseren. Een leuk voorbeeld is een kindje dat bloed nodig had met bloedgroep O negatief (kan alleen Oneg ontvangen). Dit bloed was niet beschikbaar, dus had de zaaldokter een trucje verzonnen: O positief geven. Dat kan eenmalig mits de kruisbloed test goed is!
Weggestopt achter in de gang in een zijkamer lagen 2 brandwondpatiëntjes. Deze patiëntjes liggen doorgaans wat langer opgenomen omdat de behandeling niet thuis uitgevoerd kan worden en de wonden doorgaans langzaam genezen. De kinderen liggen praktisch de hele dag stil en hebben de hele dag niets te doen behalve wachten totdat ze hun wondverzorging krijgen. En dat is in hun geval alles behalve een pretje. Gelukkig had ik vanuit Nederland wat ballonnen meegenomen en ze er daar 2 van gegeven. Je had hun gezichten moeten zien! Eerst de beteuterde gezichten: nee he daar heb je die mzungu dokter weer. Toen ik de ballonnen tevoorschijn haalde keken ze niet begrijpend, maar toen ik ze met een kleine show opblies schaterden ze het uit. Helaas wilde vader een paar dagen later naar huis, omdat ze de opname niet meer konden betalen.
De eerste operatiefoto's zijn al in de box! Dankzij Sanne en Saliva Silva die kwamen kijken tijdens een buikok waarbij ik assisteerde. Je moet wel opletten voor rondslingerende naalden en ik ben de tel kwijtgeraakt van het aantal keren dat ik de schaar dicht heb gedaan omdat ie open op de tafel lag. Anesthesie stelt niet zoveel voor, volgens mij houden ze de bloeddruk nog niet eens echt in de gaten. Maar uiteindelijk hebben we de jongen nagenoeg gezond naar huis kunnen sturen.
In de weekenden zijn we naar Bukoba geweest, voor wat boodschappen en we hadden afgesproken met 2 leerling verpleegkundigen en 2 duitse geneeskundestudenten werkzaam in een ziekenhuis in de buurt. Heen op de pikipiki (brommer) naar Muleba, stoffig maar supergaaf. Vervolgens hebben we daar de daladala naar Bukoba genomen. Een daladala is zo'n busje waar in Nederland maximaal 9 personen in vervoerd mogen worden. Tijdens onze rit was het busje afgeladen met 26 mensen! Bukoba is een kleine stad aan het Lake Victoria, waar blijkbaar erg veel wazungu (blanken) uit omliggende streken bij elkaar komen. We verblijven in het Lake hotel voor 12000 TSH, ongeveer 5,50 euro. Geen luxe, maar voor lokale begrippen zeer degelijk. Tijdens ons diner in het Kolping Hotel kwamen we erachter dat de minister van gezondheid en welzijn aanwezig was. Ik heb ik nog voor Erik gevraagd of de Franse ambassadeur aanwezig was, maar helaas.. Vervolgens zijn we naar het ‘strand' van Bukoba gegaan om daar bij een kampvuur met een biertje te chillen met een aantal andere mensen. Daarna zijn we naar Lina's Club gegaan. En wat daar allemaal gebeurd is moet je later maar van de foto's en filmpjes afleiden!
Vorige week vrijdag waren we uitgenodigd voor een bruiloft. Dat was echt geniaal. We werden met zijn vieren met de pikipiki naar de bruiloft gebracht, wat natuurlijk al een hele show was, 4 wazungu op de brommer door het dorp. Toen we aankwamen werden we door Pius, een anesthesiemedewerker van het ziekenhuis, naar onze plaatsen begeleid. Onze plekken waren op een soort tribune op de begane grond, en keken uit op een podium waarop de bruid en bruidegom zaten en de ruimte daarvoor waar nduguMC de boel aan elkaar aan het praten was en gasten langskwamen om het paar te feliciteren. Op een gegeven moment kwamen kinderen een liedje zingen voor het paar. En dat was niet zomaar een liedje, het was een optreden van zo ongeveer een kwartier waarbij een meisje zong en een groep andere kinderen een aantal dansjes uitvoerden, heel indrukwekkend om te zien. Iedereen was vrolijk en de gasten die langskwamen dansten naar het podium met hun cadeaus hoog in de lucht. Iedereen behalve de bruid. Blijkbaar is het hier gewoon dat de bruid de hele dag droevig is, omdat ze haar eigen familie op gaat geven voor de familie van haar man. Op een gegeven moment hoorde ik iets van Uholanzi tussen het swahili van ndugu MC door. Dus ik tik Paul aan en zeg, hey, ze roepen Nederland om! Vervolgens riep ndugu MC hetzelfde om en begon er iets te dagen: gaat dit misschien over ons? Dus ik tik mister Nestor die voor me zit aan (werkzaam in het ziekenhuis) en vraag wat onze ndugu precies zegt. Jullie zijn aan de beurt om het bruidspaar te feliciteren! Dus wij lopen al dansend op de maat van bongo flavour naar voren. Ondertussen vertelt NduguMC hoe zeer het gewaardeerd wordt dat we als gasten uit het verre Nederland het initiatief hebben genomen om naar de bruiloft te komen en dat daaruit blijkt hoeveel we de lokale mensen waarderen. Echt superleuk! Nadat iedereen langs was geweest en liedjes gezongen en dansjes gedanst waren ging iedereen naar huis. Het was een ervaring die ik niet snel zal vergeten!
Dat was het weer. Ik heb weer meer niet verteld dan wel, en toch is het een lang verhaal. Een teken dat ik het hier erg goed naar mijn zin heb!
Doei!
Verhaaltje nummero tatu!
Hodi hodi!
Om maar met de deur in huis te vallen: werken hier is echt geniaal! De artsen zijn hartstikke aardig en Tanzanianen kunnen veel beter overweg met mijn naam dan die domme hollanders! ;) Er is hier wel erg weinig diagnostiek mogelijk, maar dat wordt goedgemaakt doordat ik in 1 dag meer pathologie zie dan in Nederland in een hele week. Een arts met wie ik meeloop slaat zichzelf elke keer als ze na moet denken op haar hoofd. Als ze de volgende dag over hoofdpijn, slik ik met moeite een aantal opmerkingen in. Aan het einde van het spreekuur kwam een oude baas in een new-kids trainingsjack. Ik: Shikamoo mzee (groet aan een respectabele man). Hij: ‘Marahaba, lakini ........', het antwoord van een respectabele man, gevolgd door een stroomvloed van woorden in het Swahili waar ik niets van snap. Dus ik vraag aan de arts die naast me zit wat mijnheer verteld. Ze zegt lachend: He's got a terrible itch on his genitals. Ik kan je zeggen; zoiets verwacht je niet.
Sommige behandelingen slaan werkelijk waar nergens op. Ik had in Nederland al gehoord dat hier uitzonderlijk veel antibiotica worden uitgeschreven. Maar dat mensen ontevreden zijn als ze met minder dan 3 medicijnen naar huis wordt gestuurd was nieuw voor me. Ik heb ook nog nooit zoveel paracetamol voorgeschreven. Sterker nog, ik heb het nog nooit voorgeschreven, want in Nederland krijg je dat natuurlijk gewoon ‘over the counter'. Ik merk dat ik eigenlijk nog maar weinig weet van tropische ziekten, maar dat ik toch zeker al wel wat toe kan voegen. Zo kwam er een patiënt met epicondylitis lateralis (tennisarm) op het spreekuur. Het verhaal was typisch en alle testen positief. Alleen had de arts er nog nooit van gehoord, dus hebben we het behandeld met een pijnstiller, een maagbeschermer en -natuurlijk- een antibioticum, en helaas vrees ik zonder consequente uitleg. Maar ze zou het ziektebeeld opzoeken!
Mensen komen hier vaak ook erg laat met hun ziekte. Zo kreeg ik een man die al meer dan een dag niet kon plassen. In Nederland kun je dan vaak door te kloppen op de buik horen dat de blaas flink vol zit. Bij deze man hoefde ik niet te kloppen, hij leek wel zwanger!
Het huisje delen we zogezegd met 2 verpleegkundigen: Sanne en Salivia. Wat alles behalve een straf is, aangezien deze dames zoals hun toekomstig beroep al doet vermoeden een verzorgend karakter hebben. En omdat ze goed kunnen koken:) Op dinsdag en vrijdag komt huishoudster Juanita die geen engels spreekt, maar wel onder andere opruimt, kleren wast en kookt. En kóókt! Wat die vrouw kan maken met slechts een kool, wat wortels en witte rijst, dat is echt niet meer normaal.
De omgeving hier is prachtig, 200 meter achter ons huis zijn prachtige rotsformaties aan de rand van een plateau met een adembenemend uitzicht, tot aan het Lake Victoria. Vrijdagavond hebben we daarlangs een stukje gewandeld, achtervolgd door horden kinderen die natuurlijk niet begrijpen dat we daar voor de lol wandelden. Langs de grote weg horen we vanuit elk bananenbos mzungu, mzungu! (blanke) uit kindermondjes, tot we het op een gegeven moment beu zijn en terug roepen ‘wapi?' (waar) en zoekend om ons heen kijken, resulterend in een schaterbui van moeders.
Tja, zo is het wel weer even voldoende. Ik kan nog vele A4tjes volschrijven maar je moet ergens stoppen ;)
Groetjes!
Ps. De foto's laten nog even op zich wachten. Het kost me hier doorgaans een half uur om mijn verhaal -reeds getypt in word- online te zetten, laat staan dat ik foto's van een aantal mb moet uploaden...
Pps. Voor degenen die nog naar de tropen gaan: neem al je diagnostische instrumenten mee. Denk aan de kleine dingen: ooglampje, reflexhamer, stemvork, meetlint. Deze dingen hebben ze ter plaatse niet eens en ik vind het lastig om een bewusteloze traumapatiënt te beoordelen zonder ooglampje, diabetische neuropathie zonder stemvork, enz. Hier op de poli weten ze niet eens hoe ze een reflexhamer moeten gebruiken. Voor jezelf zijn zakkaartjes en anamnesevragen in Kiswahili ook handig. Helaas spreken de patiënten hier vaak Kihaya, dus heb je daar niet altijd wat aan.
Reis tot Rubya
Hoihoi!
Het is weer een tijdje geleden dat ik toegang had tot internet, dus bij dezen weer een kort berichtje van me. Chronologisch enkele hoogtepunten.
Donderdag - Een biertje drinken bij een lokale bar. Als enige blanken worden we in het begin door iedereen aangestaard, maar na een paar minuten horen we er gewoon bij. De pilskes bier zijn hier trouwens (met name de Kilimanjaro en de Ndovu) zeer goed te pruimen!
Mijn Swahili gaat langzaam vooruit, het duurt even voordat je op alle groeten het juiste antwoord weet, maar oefening baart kunst. Zaterdag hebben we met een bwana een redelijk lang gesprek in het swahili gevoerd over van alles en nog wat, soms geholpen door een beetje engels. Deze bwana heeft ons kennis laten maken met een van de schoonmaaksters/kokkin/manusje van alles en sindsdien horen we uit alle kanten van het hotel ‘mister Roddy, mister Paul!'. Deze dame dacht dat we tweeling waren- wat natuurlijk zo is - maar dat we wel een andere vader hadden - wat natuurlijk ook zo is.
Vrijdag hebben we ugali gegeten bij de locals. In één woord hilarisch! Random pikken we een met plastic zeil overspannen tentje uit met wat plastic tuinstoelen en tafels en vragen in het swahili of ze ugali hebben. Vervolgens krijg je dus een stortvloed van Swahili en lachbuien over je heen en na veel lachen krijg je een bord ‘ugali na nyama' een enorme bal van meel met daarbij vlees, bonen spinazie en jus. Best te eten wel trouwens. We doen ons uiterste best om alles op te krijgen, maar dat was geen goed idee. Elke keer dat ik mijn bonen op had kreeg ik gewoon een nieuwe portie, en voor vlees idem dito. Uiteindelijk heb ik mijn ugalibal voor de helft opgekregen en toen zat ik echt tot mijn nok toe vol. Uiteindelijk heeft deze grap ons 3000 TSH gekost (minder dan 1,50 euro). 's Avonds hebben we gechilled in het alom bekende Tilapia hotel met een aantal coassistenten elders in Tanzania. Een tikkeltje westers, maar wel erg mooi en relaxed.
Zondag hebben we de boot genomen van Mwanza naar Bukoba over Lake Victoria. Onze cabine is een hokje van ongeveer 1,5 bij 2 met een stapelbed en nauwelijks ruimte voor onze tassen. Niets voor een claustrofoob dus! Naar onze nieuwe standaarden is het trouwens erg luxe want we hebben een werkend stopcontact en stromend water. Tevens erg aardig en enthousiast personeel die stuk voor stuk in Nederland zijn geweest (I been to wissingi - wissingi? - yes - o Vlissingen).
De tocht met de taxi naar Rubya was prachtig. Het was een tocht tussen de bananenplantages door en over bergen met prachtige uitzichten. We waren blij dat het grote regenseizoen op zijn eind liep, want zelfs nu waren de wegen op sommige plekken enorm slecht. Eenmaal in Rubya werden we opgevangen door Floria (Kiswahili voor Fleur). Even later kwamen Sanne en Daphne - onze voorgangers - terug van de morning report en maakten we kennis met 2 verpleegkundigen die hier ook stage lopen: Sanne en Salivia (Kiswahili voor Silvia) met wie we de komende maand het huisje delen. Eerste indruk: dat komt wel goed! :)
Genoeg voor nu, later meer!
Groetjes
Eerste reisverslag
Mensen, maak je klaar voor mijn allereerste reisverslag. Spannend? Ik vind van wel ;)
Tanzania is - naar mijn gevoel – een totaal andere wereld. Maar dan ook echt totaal anders. Er zijn heel veel mensen op straat; toyota’s, driewielers, brommers, ijscowagens, fietsen, bakfietsen, handkarren in diverse soorten en maten, maar met name veel mensen te voet, in oneindig verschillende kledij, op weg naar het een of ander of gewoon zittend langs de kant van de weg, veel straatverkopers met pinda’s, water, strijkijzers, verzin het en ze verkopen het. Overal waar je kijkt zijn kleine winkeltjes. Op het eerste gezicht lijkt het een totale chaos, maar na enige tijd herken je de patronen en begin je het systeem te begrijpen.
De eerste dagen tot woensdag hebben we in Dar es Salaam doorgebracht, in afwachting van de woon-werkvergunning, en hebben we met name rondgelopen en de stad en cultuur verkend. Typerend voor Tanzania is dat de aanvraag van de vergunning om onduidelijke redenen een vertraging van onbekende duur heeft opgelopen. Tevens typerend voor Tanzania is dat problemen niet bestaan - hakuna matata – en dat ze het gewoon naar Rubya sturen wanneer het een keer klaar is.
Woensdag hebben we ons gewaagd aan de 16 uur durende busreis van Dar naar Mwanza. Geen pretje, maar wel een mooie ervaring! We zitten nu in een soort van congrescentrum voor 25.000 TSH per nacht. Na snel hoofdrekenen besefte ik me dat ik voor de helft van mijn woonkosten in Nederland, hier in een hotel met ontbijt verblijf. Gisteren hebben we Mwanza verkend. Overal ben je hartelijk welkom. En als je laat merken dat je een paar woorden swahili spreekt, vinden ze je al helemaal geweldig. Zo kostten mijn stoere nieuwe slippers na wat kiswahili ineens geen 12.000, maar 3.000 TSH.
Zondag reizen we door naar Bukoba, met de boot over lake Victoria. Om 21.00u vertrekken we, en om 06.00u komen we aan. Ik ben benieuwd hoe gaar we zijn als we eenmaal in Rubya aankomen ;)
Dat was het, mijn internettijd zit er op.
Kwaheri!
Ps. Belangrijk: Ik ben zo slim geweest mijn Nederlandse simkaart in Dar kwijt te raken. Die is dus tegenwoordig geblokkeerd en mijn nieuwe nummer is (+255)6-56581239.
Pps. Iedereen bedankt voor de leuke kaartjes, smsjes, belletjes en e-mails!